FAQ
werkgevers

Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipiscing elit. Pellentesque ipsum mauris, bibendum eu nisi vestibulum, ultrices pellentesque est. Sed non efficitur velit, id iaculis metus. Donec euismod sagittis risus at facilisis. Proin sapien lectus, suscipit a libero sit amet, sodales placerat elit. Etiam fermentum ex libero, ut dapibus orci eleifend sit amet. Sed ac neque eu ipsum molestie varius. Nam ut nunc enim. Praesent sit amet semper lacus. Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipiscing elit. Praesent sodales, est a commodo lobortis, arcu orci finibus nibh, sed semper felis neque eu quam.

Donec dapibus nulla arcu, consectetur maximus nibh feugiat nec. Sed varius odio vel felis sagittis fermentum. Ut eleifend pulvinar nunc id placerat. Nullam eget aliquam libero. Suspendisse in augue quis turpis laoreet venenatis sed vitae magna. Praesent vestibulum ullamcorper libero ac dignissim. Nulla viverra lorem nisi, quis luctus dolor accumsan non. Mauris vel est tristique, vulputate ipsum sed, interdum felis. Etiam semper fermentum ligula nec hendrerit. Nunc rutrum, massa nec gravida fermentum, orci lacus tempor dui, sit amet molestie nulla ligula pellentesque urna. Sed ipsum ex, fringilla ac tristique porttitor, lacinia ut est. Integer ex massa, congue ut scelerisque eget, aliquet egestas urna. Nunc vel fermentum lorem.

In het nieuwe functiegebouw staat de functie-inhoud in de bedrijfsfunctieomschrijving centraal. De naam is niet van belang om de functiegroep vast te stellen. Om vast te stellen in welke functiegroep de bedrijfsfunctie valt, vergelijk je de taken en verantwoordelijkheden van de bedrijfsfunctie met de referentiefunctie. Dat kun je zelf doen. Met behulp van het indelingsformulier bepaal en registreer je of je bedrijfsfunctie zwaarder, lichter of ongeveer gelijk is aan de referentiefunctie. Staar je niet blind op de functienaam. Als dat niet lukt kun je hulp vragen bij je werkgeversorganisatie of eventueel de functie laten indelen bij AWVN. Daar zijn wel kosten aan verbonden. Het merendeel van de functies kun je zelf met behulp van de referentiefuncties indelen.

Het niveau van een functie die niet in het functiehandboek is opgenomen, kun je bepalen door de betreffende bedrijfsfunctieomschrijving naast een referentiefunctie te leggen. Met behulp van het indelingsformulier kun je bepalen of de functie op bepaalde punten zwaarder, lichter of ongeveer even zwaar is als de referentiefunctie. In dit geval zou je de functie kunnen vergelijken met de functies boormeester verticaal boren, bronbemaler (beide in de functiefamilie Ondergrondse infra) en ook met voorman, met het oog op leidinggevende aspecten.

Als de werknemer taken uit verschillende bedrijfsfuncties heeft en de taken uit beide functies worden substantieel en structureel uitgevoerd, dan wordt de samengestelde functie vergeleken met de vergelijkbare functies uit functiehandboek. De samengestelde bedrijfsfunctie wordt ingedeeld in de hoogste van de twee functiegroepen die behoren bij de referentiefuncties. In hoofdstuk 2 van het functiehandboek staat meer informatie over samengestelde functies. 

Als in het bedrijf een assistent-uitvoerder werkzaam is, kijk je voor de indeling van deze functie naar de (NOK’s van de) functie uitvoerder en de (NOK’s van de) functie voorman. Je hoeft een functie niet in te delen in de functiegroep van de referentiefunctie. Je mag ook gemotiveerd vaststellen dat de functie hoger of lager is dan de referentiefunctie die je hebt gekozen. Als je na het vergelijken met de functie uitvoerder NOK A (functiegroep VII) vaststelt dat de functie assistent uitvoerder lichter is dan de gekozen referentiefunctie, ga je een functiegroep lager en vergelijk je de functie met de functie voorman NOK A (functiegroep VI) . Als je dan nogmaals vaststelt dat de functie lichter is kun je de bedrijfsfunctie assistent uitvoerder indelen in functiegroep V. Belangrijk is dat je je beslissing goed onderbouwt en de onderbouwing vastlegt in het indelingsformulier zodat je de indeling richting de werknemer goed kunt uitleggen. Iets vergelijkbaars is van toepassing  op de functie hoofd-uitvoerder. Vergelijk je bedrijfsfunctie-omschrijving van de hoofd-uitvoerder met de (NOK’s van de) functie uitvoerder en de (NOK’s van de) functie projectleider. Als je vaststelt dat de functie van hoofd-uitvoerder in jullie bedrijf zwaarder is dan de functie uitvoerder NOK C (functiegroep IX) en ongeveer even zwaar is als de functie van projectleider NOK A (functiegroep ‘boven cao’), dan deel je je bedrijfsfunctie hoofd-uitvoerder in op ‘boven cao-niveau’.

Eerst ga je proberen de functie in te delen door de functie te vergelijken met referentiefuncties Als dat niet lukt kun je een functieomschrijving voorleggen aan AWVN. Maar dat is geen verplichting.

Als een schoolverlater een functie heeft die in functiegroep VII of hoger valt zou hij/zij in functiejaar 0-2 vallen. In de praktijk vervullen schoolverlaters meestal functies onder functiegroep VI. Ga bij het indelen van de functies niet af op de functienaam. Het gaat om de inhoud van de functie. Zie ook het voorbeeld hieronder van een MBO-schoolverlater die start als werkvoorbereider.

De referentiefuncties in het functiehuis beschrijven functies die op alle aspecten en onderdelen over de volle breedte van de functie door een werknemer voor 100% moeten worden beheerst en uitgeoefend. Van bouwplaatswerknemers zou je zeggen dat je vakvolwassen moet zijn om de functie op een goede manier volledig te kunnen uitoefenen. Uta-werknemers in een dergelijke functie moeten echte professionals zijn om de referentiefunctie volledig te beheersen en te kunnen uitoefenen. Een MBO-schoolverlater beheerst de (referentie)functies in het functiehandboek nog niet en moet nog veel leren. Zij oefenen niet de onder werkvoorbereider NOK A beschreven functie uit. Zij hebben een andere functie (in een lagere functiegroep). Met minder taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden.

Het is daarom verstandig om voor schoolverlaters een nieuwe functieomschrijving te maken waarin staat wat er wél van hen verwacht worden en waarvoor ze wél verantwoordelijk zijn, aan wie ze rapporteren enzovoort. Ook hier kun je NOK’s aan hangen. Deze functieomschrijving vergelijk je dan met de referentiefuncties met soortgelijke taken en verantwoordelijkheden of op soortgelijk niveau. In aanvulling daarop zou je afspraken kunnen maken of een beleid op papier kunnen zetten wat van deze groep werknemers verwacht wordt in ontwikkeling in de jaren daarop en hoe ze daarvoor beloond worden.

Bovenaan de functieomschrijving staat: Functiecontext. Daar staat onder andere in wat voor soort bedrijf de referentiefunctie zich bevindt. Bij de referentiefunctie administrateur staat bijvoorbeeld dat de functie zich bevindt in een middelgrote onderneming en dat de administrateur de financiële administratie verzorgt van meerdere vestigingen. Dat laatste is in een MKB-bedrijf niet aan de orde. Met de referentiefunctie van administrateur én de referentiefunctie van administratief medewerker als inspiratie maak je voor je eigen functie van administrateur een functieomschrijving. Als salarisadministratie ook een onderdeel is van de functie kun je de functie ook nog vergelijken met de referentiefunctie van salarisadministrateur. Voeg toe wat in de referentiefuncties ontbreekt en schrap wat er niet in jullie eigen bedrijfsfunctie verwacht wordt. Zo maak je met een aantal voorbeelden een functieomschrijving van een administrateur voor jullie bedrijf. Daarna ga je de functie indelen. Je vergelijkt je bedrijfseigen functieomschrijving met de referentiefunctie van administrateur en daarna nog een keer met de referentiefunctie van administratief medewerker. Je bevindingen en conclusies (welke functiegroep) vul je in op het indelingsformulier. Daarmee heb je de bedrijfsfunctie administrateur ingedeeld in een functiegroep. Bedenk dat je functies indeelt en geen mensen.